Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Via Nova > Boek 1 Urbs

Hoofdstuk 4, vertaling 2

Leerlingen, kijk naar de schildering op de muur. Wat zien jullie op de schildering? Wij zien een groot paard. Het is het Trojaans paard. De stad Troje zien wij ook. Troje staat in brand! Waar zijn de Trojanen? Aulus, waar zie jij de Trojanen? Ik zie veel mensen in de stad. Trojaanse vrouwen en meisjes, ik zie oude Trojaanse mannen en jongens. Ook veel soldaten zijn op de muur. Wat doen de Trojaanse soldaten? De soldaten hebben zwaarden en ze bewaken de hoge muur. Waarom bewaken de Trojaanse soldaten de muur? Omdat de Grieken voor de muur zijn en de stad belegeren. Jij weet het goed, Aulus. Weten jullie het verhaal, Marcus en Lucius? Ik ken het verhaal Philippus. Jij ook Lucius? Of ken jij het verhaal niet? Het verhaal weet ik goed. Het verhaal bevalt me. Nu vertel jij het verhaal, Lucius. Wij luisteren. Het is nacht. De Grieken gaan zwijgend uit het paard naar beneden. In de stad slapen de Trojanen. De vrouwen en de meisjes slapen. De oude mannnen en de jongens slapen ook. Een paar soldaten zijn op de muur. Ze bewaken de muur en kijken rond. Maar ze zien de Grieken niet, omdat het nacht is. Ze horen de Grieken niet, omdat de Grieken zwijgend de muur beklimmen. De overige Trojaanse soldaten slapen. Aeneas, een zeer goede soldaat, slaapt ook. Plotseling ziet een Trojaanse soldaat de Griekse soldaat op de muur. De Trojaan is zeer verschrikt. Nu ziet hij de vele andere Grieken. 'Waar is Aeneas?', roept hij. Kijk, Aeneas rent al door de straat en roept de andere Trojaanse soldaten. Oh jee, de Trojaanse soldaten zijn niet gereed, omdat zij de Grieken niet verwachten. Zo komen de Trojanen te laat en de Grieken overwinnen de Trojanen. Je kent het verhaal goed, Lucius. Jij bent een uitstekende leerling.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18