Hoofdstuk 12, opdr. 1

1. a. S BV O BV BW
b. nom gen acc gen abl
c. Marcus mende de paarden van Plinius met grote zorgvuldigheid
2. a. S BV S BV O BV
b. abl nom acc gen
c. In een groot deel van de stad voelden de burgers plotseling schokken van de aarde.
3. a. S BV BV
b. acc gen
c. De ruiters hebben de opdrachten snel naar alle delen van het rijk gebracht.
4. a. BW BW S
b. abl abl nom
c. Met grote snelheid vluchtten de jongemannen, uit de stad naar de zee.
5. a. S O BV BW
b. nom acc abl dat
c. De dichter schreef veel gedichten over bekende Romeinen.
6. a. BV S
b. abl gen nom
c. In de winkel van de koopman kopen de meisjes een mooie stola.
7. a. BW S BW
b. acc nom
c. Na de maaltijd gingen de gasten snel terug naar hun mooie villa's
8. a. BW S BV
b. nom gen abl
c. De ouders ontvingen graag een brief over de reis van hun zoon.
9. a. -
b. -
c. Met mijn vriendin betuigde ik veel dank.
10. a. BV BV
b. gen gen gen
c. Bij de Vesuvius waren veel slaven met hun meesters omgekomen door de vlammen.