Via Nova > Boek 1 (Oude Druk)
Tekst 3.2
Marcus en Lucius wandelen nog door het steegje. Tevreden kijken ze rond. De jongens zien veel handwerkmannen en koopmannen. Plotseling zien ze moeder. Moeder en Lucia gaan het steegje binnen. Moeder ziet de zonen en is boos. Nu gaan de jongens rennen, omdat ze bang zijn voor boze moeder. Ze haasten zich uit het steegje. Marcia wandelt in het steegje, omdat ze een nieuwe toga zoekt. Lucia zoekt zoekt ook een toga. Moeder en de dochter bekijken de schilderingen op de markt. De vrouw en het meisje zien veel winkels, maar ze vinden geen mooie toga's. Ze gaan een ander steegje binnen. Daar werken veel koopmannen. Voor de winkels staan de koopmannen. Andere koopmannen zitten in de winkel. Marcia en Lucia zien en horen de koopmannen. Fufus is een koopman. De koopman zit in de winkel. Rufus roept: stola en toga. Beste toga's. Nieuwe stola's en mooie. Moeder en dochter gaan naar de koopman en gaan de winkel binnen. Rufus staat onmiddellijk op. Hij begroet de vrouw en het meisje. Marcia begroet de koopman. Hallo, koopman. Ik zoek een nieuwe stola. Lucia begroet Rufus ook en zegt. Ik zoek een mooie stola. Marcia roept de koopman.marcia vraagt aan de koopman, 'heb jij mooie nieuwe stola's?' 'ik heb veel
mooie nieuwe stola's,' antwoord de koopman. 'mijn stola's zijn mooi nieuwe
en goed. kijk een grote stola en een kleine stola.' de kleine stola bevalt
lucia. de grote stola bevalt marcia. ' koopt u de nieuwe stola's? vraagt de
koopman aan moeder. maar de vrouw antwoord niet. ze ziet een vlek in de nieuwe
stola. oh jee denkt de koopman, de stola is niet nieuw. maar hij zegt
onmiddellijk:' ik heb veel andere stola's, veel mooie en... nieuwe stola's.
maar de vrouw en het meisje horen de koopman niet. ze gaan de winkel uit en
zoeken andere kooplieden. ' nieuwe stola's! nieuwe stola's!' roept rufus.