Tekst 2: Flavia

Daar komt Flavia - maar niet alleen.
Ook M. Flavius Lepidus en (zijn) echtgenote Caecilia komen er aan,
De slaaf Syrus en (ook) de slaaf Galla en andere slaven en slavinnen komen er aan.
Ook Marcus en Aulus, Flavia's broers, zijn daar.
De hele familie verschijnt.
Allen zijn blij, lachen, (en) roepen.
Marcus en Aulus komen snel dichterbij en groeten al van verre: "Hallo, Quintus!"
Daarna Quintus: "Wees gegroet, vrienden!"
Waarom haast Flavia zich niet? Wat vreest zij?
En nu komt Flavia dichterbij en Quintus: "Hallo, Flavia!"
Wat breng zij mee? Het is zeker een geschenk.
Quintus is blij, want het is een koekje.
Dan Aulus en Marcus: "Kijk! Andere geschenken. Het zijn ... kikkers."
De (ge)hele familie lacht en Quintus: "Zij (/het) zijn ook kikkers."
Plotseling verschijnt van verre een paard.