Les 37, oefening 47

1. Verraders bevinden zich overal, hier bij mij, daar bij jou en daar bij hem.
2. Waar ook iemand maar vrij van inspanningen zal zijn, daar is zijn vaderland.
3. Zoals de wijze mens spreekt, zo handelt hij ook.
4. De veldheer vertelt zijn moedige soldaten namelijk niet hoeveel vijanden er zijn, maar waar zij hun legerkamp hebben opgeslagen.
5. Waarheen werd deze heraut gestuurd en waar is hij vandaan gekomen?
6. Die bergen daar zijn vijftig of zestig stadiën verwijderd van hier.
7. Hoe gaat het met je, mijn vriend? Uitstekend!
8. Er was eens een tijd dat er goden waren en de geslachten niet sterfelijk.
9. Sommigen vluchtten hierlangs, anderen daarlangs.
10. Daar ligt het schip waarvan de stuurman is vermoord.
11. Solon heeft (eens) gezegd: 'Waar veel geneesmiddelen en veel artsen zijn, daar zijn zeer veel ziektes, zo ook waar de meeste wetten zijn, daar is het onrecht het grootst.'