Vertaling 30 - Ad Portas

Over het gevecht, wat werd gevochten in Cannae, was in de stad lange tijd niets zeker. Langzamerhand kwamen de eerste berichten over de nederlaag van Rome aan. De stad werd gevuld met de geruchten. Overal in de straten werden de angstige stemmen gehoord. Overal werden droevige gesprekken gehouden. 'Wat is er met de Romeinse legioenen gebeurd? Hoe groot is het aantal doden? Wij zijn toch zeker wel veilig hier in de stad? Rome zal zelf toch niet door Hannibal veroverd of zelfs vernietigd worden? Wij zullen toch zeker niet allen gedood worden of zoals de slaven worden verkocht?' In alle tempels werd gebeden om hulp van de goden door grote menigtes vrouwen, die huilden en schreeuwden: 'Waar zijn alle zonen, echtgenoten en onze vaders, die het meeste van ons houden? Jullie, die door de Romeinen altijd met zeer grote eerbied werden vereerd, staan toch niet toe dat dit gebeurd?

Intussen was op de marktplaats ook een grote menigte van mensen bijeengekomen. In stilte wachtten allen dichtbij het senaatsgebouw op een uitspraak van de senatoren. Alle ogen werden gericht naar de deur van het senaatsgebouw: 'Wanneer zullen de deuren worden geopend? Wanneer wordt de waarheid gezegd? Tenslotte liep Quintus Fabius Maximus het senaatsgebouw uit naar buiten en zei: 'Onze legioenen hebben een zeer grote nederlaag geleden. Het aantal doden is groot. Zeer vele Romeinse families zullen worden ondergedompeld in rouw. De doden worden later plechtig begraven, nadat de tijd van de rouw openbaar wordt aangekondigd. Vanaf vandaag is onze stad enorm in gevaar. Als wij de hoogste stadsmuren niet verdedigen tegen Hannibal, zal Rome makkelijk door hem worden veroverd. Daarom bevelen wij jullie, de vrouwen des huizes, ga. Jullie, mannen, geef snel hulp! Verdedig de stadsmuren, want Hannibal gaat misschien morgen al het legerkamp bij de poorten van Rome plaatsen!