Tekst 12: Circus maximus (versie 1)

Diocles was wagenmenner van de roden, Euthymus wagenmenner van de groenen. De wagenmenners maakten de wagens klaar bij de wedstrijd. Euthymus zei: jij hebt gisteren wel gewonnen Diocles, maar door jouw schuld viel ik. Ik had de paarden in een rechte lijn naar het keerpunt geleid. Echter jij kwam plotseling van rechts. Daarom kon ik de koers niet houden. Daarom raakte het wiel van de wagen het keerpunt aan. De toeschouwers schreeuwden: oei oei oei Euthymus. En sommigen: oh Diocles, maakte onrecht. Zo is het: jij hebt ten onrecht gewonnen.

Diocles lachte en antwoordde Euthymus: jij kon de koers niet houden omdat je met het wiel van de wagen het keerpunt had aangeraakt. Ik deed dit niet! Maar luister: De wedstrijd begint! Een vrouw schreeuwde: ik houd van jou Euthymus! Een meisje schreeuwde ook: houd van mij Euthymus, Bij Castor! Het volk lachte. Euthymus begroette de menigte en zei: jij hoorde het toch zeker wel, Diocles? Ik ben de held van het circus. Diocles antwoordde: natuurlijk, jij bent de held voor vrouwen en meisjes. Maar ik heb je vaak overwonnen. Euthymus was begonnen: ik jou¦
Toen zei de scheidsrechter: zwijg! Jullie zeiden genoeg. Brengt de paarden naar de startvakken! De wagenmenners brachten de paarden snel naar de startvakken. De scheidsrechter schreeuwde: ga! Meteen leidden de wagenmenners de paarden naar het keerpunt. De wagen van Euthymus botst bij het keerpunt tegen de wagen van Diocles, maar Diocles bleef op de wagen staan en schreeuwde tegen Euthymus: 6! Euthymus dacht na: In snelheid overwint niemand, Diocles. Gister was Diocles de overwinnaar. Vandaag bestuurt hij de wagen handiger. Toch heeft Diocles mij niet overwonnen in populariteit. Ik ben immers de held voor vrouwen en meisjes.