Mandatum XIII (13), Thema 5

a:
1. Wij redden. | servamur | Wij worden gered.
2. Hij/zij/het maakt bang. | terretur | Hij/zij/het wordt bang gemaakt.
3. Ik nodigde uit. | invitabar | Ik werd uitgenodigd.
4. Zij zullen begroeten. | solutabuntur | Zij zullen begroet worden.
5. Ik bescherm. | protegor | Ik word beschermt.
6. Jij zult dwingen. | cogeris | Jij zult gedwongen worden.
7. Jullie vonden. | inveniebamini | Jullie werden gevonden.
8. Hij/zij/het zal bang zijn. | timebitur | Hij/zij/het zal bang gemaakt worden.
9. Zij drukken. | premuntur | Zij worden gedrukt.
10. Wij zullen leiden. | regemur | Wij zullen geleid worden.
11. Jij wees af. | spernebaris | Jij werd afgewezen.
12. Jullie zullen veranderen. | mutabimini | Jullie zullen veranderd worden.

b:
13. Ik werd verwond. | vulnerabam | Ik verwond.
14. Wij worden verdeeld. | dividimus | Wij verdelen.
15. Jij wordt gevonden. | invenis | Jij vindt.
16. Ik zal geprezen worden. | laudabo | Ik zal prijzen.
17. Jullie werden vermeden. | vitabatis | Jullie vermeden.
18. Zij worden vereerd. | colunt | Zij vereren.
19. Jullie worden tegen gehouden. | retinetis | Jullie houden tegen.
20. Jij zult aangeraakt worden. | tanges | Jij zult aanraken.
21. Wij werden verbonden. | coniungebamus | Wij verbonden.
22. Ik zal achter gelaten worden. | relinquam | Ik zal achterlaten.
23. Hij/zij/het wordt gegrepen. | rapit | Hij/zij/het grijpt.
24. Zij werden vernietigd. | perdebant | Zij vernietigen.