Hoofdstuk 8, tekst B - De verschijning van Hector

1. Kijk, in mijn slaap verschijnt een bedroefde Hector voor mijn ogen aan mij.
2. Hij huilt. Ach, wat ziet hij eruit.
3. Hij draagt zeer veel wonden. Zijn voeten zijn gezwollen.
4. In mijn droom begin ik te huilen en ik zeg:
5. Oh Hector, oh betrouwbare redder van de Trojanen!
6. Hoe zie ik jou eindelijk na vele doden en allerlei inspanningen.
7. Hij zucht en schreeuwt:
8. Helaas, vlucht, de zoon van een godin! Ontruk je aan de vlammen!
9: De vijand heeft (bezet) de muren, het hoge Troje stort in!
10. Wij kunnen Troje niet meer verdedigen.
11. Wij hebben genoeg aan het vaderland en Priamus gegeven.
12. Jij moet de huisgoden redden.
13. Intussen nadert meer en meer de strijd aan ons huis.
14. Het geluid van de wapens en het geroep van Trojanen wekken mij uit mijn slaap.
15. Ik ren naar buiten.
16. Van alle kanten hoor ik geschreeuw.
17. Overal zie ik bloed.
18. Overal richten de Grieken een bloedbad aan.