Hoofdstuk 8, opdracht 16

1.Mens sana in corpore sano.
Een gezonde geest in een gezond lichaam.
(Een harmonisch evenwicht tussen lichaam en geest.)

2.Rara sunt cara.
Zeldzame dingen zijn kostbaar.

3.Non omnia possumus omnes (facere).
Wij kunnen niet allen alles (doen).
(Iedereen moet handelen naar zijn eigen vaardigheden/volgens zijn eigen capaciteiten.)

4.Per ardua ad astra.
Door moeitevolle omstandigheden naar de sterren.
(Zonder persoonlijke offers worden ambitieuze doelen niet bereikt. Succes wordt alleen met moeite behaald.)