Tekst 7.8: Varus, geef me mijn legioenen terug

De Romeinen leken, terwijl ze in grote moeilijkheden verkeerden, de gemakkelijkste buit voor de barbaren. De Germanen, onder leiding van Arminius, naderden het Romeinse leger door dichte en donkere bossen en omsingelden hen plotseling aan alle kanten. Even later werd het Romeinse leger door de Germanen in een hinderlaag opgesloten. Drie dagen lang vielen de Germanen de Romeinse troepen keer op keer aan. De Romeinse soldaten weerstonden de vijand zonder angst voor de dood. De felle Germanen waren echter sterker dan de Romeinen

De Germanen spaarden niemand: de drie legioenen, met hun generaals, ambassadeurs en hulptroepen, werden als: van vee geslacht. Drie legioensadelaars werden gestolen en de hoofden van de soldaten werden aan bomen bevestigd. Varus zelf, die in de woorden van de barbaren had geloofd, doorboorde zichzelf met het zwaard. Zijn lichaam werd op brute wijze verminkt door de Germanen: zijn hoofd werd afgesneden en naar keizer Augustus gestuurd.

Toen de ramp in Rome werd aangekondigd, bracht dat de keizer in grote verwarring. Hij zette wachtposten door de hele stad en organiseerde geweldige spelen voor de Machtige Jupiter. Maar de pijn was groot voor de keizer. Zijn baard en haar maandenlang niet geknipt, dwaalde hij door het paleis en stootte soms met zijn hoofd tegen de muren terwijl hij uitriep: " Quintus Varus , geef me mijn legioenen terug!"