Hoofdstuk 14, tekst A: de waarschuwing van Laokoon

14A De waarschuwing van Laokoon
1. Daar rende Laokoon, de priester van de Trojanen, uit Troje
2. naar beneden met twee zonen van hem.
3. Want hij was erg boos op de burgers en drukte hen op hen op het hart:
4. O burgers wat doen jullie? Jullie zijn niet verstandig!
5. Want de Grieken zijn zeer onbetrouwbaar.
6. Ook als zij geschenken voor jullie achterlaten.
7. Maar luister naar mij: sleep alsjeblieft het paard de stad niet in.
8. Want dat zal veel ongeluk brengen voor jullie allen.
9. vertrouw op mij en doe zoals ik jullie op het hart druk.
10. Zo waarschuwde Laokoon de burgers.
11. Bovendien gooide hij een lans naar het paard.
12. Toen kropen twee zeer grote slangen uit de zee
13. Op de aarde: ze waren angstaanjagend en gleden op Laokoon zelf af en zijn twee zoons.
14. En wurgden meteen net hun lichamen. Toen beheersten de Trojanen zeer grote vrees.
15. Met hun lijven.
16. Allen zeiden ze dezelfde dingen aan elkaar:
17. De dood van Laokoon is een zeer duidelijk teken aan ons.
18. Zijn dood is een straf van de goden
19. Want het paard is heilig, dus sleep het de stad binnen.
20. Daarna sleepten de Trojanen het paard Troje binnen.