Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 29, tekst B

De Spartanen wachtten de volle maan af. Hippias, de zoon van Peisistratos, leidde de Perzen naar Marathon, nadat hij een nacht eerder in zijn slaap een dergelijke droom had gezien: Hippias meende in zijn droom met zijn eigen moeder
5 te slapen. Hij concludeerde dan ook uit de droom, dat hij, nadat hij was teruggekeerd naar Athene en de heerschappij (voor zich) had teruggewonnen, op zijn eigen grondgebied bejaard zou sterven. De volgende dag stelde hij de Perzen op. En toen hoestte hij hevig: daar hij nogal oud was, raakten de
10 meeste van zijn tanden los. Van deze tanden nu gooit/gooide/spuugde hij er ééntje uit omdat hij
krachtig hoestte/door de kracht waarmee hij hoestte. Toen de tand in het zand viel, deed
Hippias alles om die terug te vinden. Toen de tand niet werd gevonden zei Hippias klagend
tegen de aanwezigen:
15 ‘Deze grond is niet van ons, noch zullen wij die (aan ons) onderworpen kunnen maken: een klein gebied zal er voor mij zijn: want slechts zoveel van het grondgebied is van mij, als de tand in beslag neemt.’
Zo dan besefte Hippias, dat de droom al in vervulling was gegaan.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18