Hoofdstuk 6, tekst A

De Atheense burgers sturen 7 jongens en 7 meisjes naar Kreta.
De jongens en meisjes zijn Atheense kinderen.
Kreta is een groot eiland.
Daar is Minos de meester.
Koning Minos heeft een labyrint;
het labyrint verschaft veel gevaren;
want daarin zijn veel bochten;
en niemand vindt door de bochten de uitgang.
Daar wonen geen mensen, maar de Minotauros;
de Minotauros is een verschrikkelijk beest;
want hij is voor de helft mens, voor de helft stier;
Waarom sturen de Atheners de kinderen naar Kreta?;
De jongens en de meisjes zijn voedsel;
Want de Minotauros eet alleen mensen.