Hoofdstuk 5, oefenblok

Opdracht 1

1. dicis, is een ww, de rest is znw
2. dubito, is een ww, de rest is znw
3. descendis, is een ww, de rest is bnw
4. propero, is een ww, de rest is znw
5. loco, is een znw, de rest is een ww
6. docto, is een bnw, de rest is ww
7. vicis, is een znw, de rest is ww
8. novo, is een bnw, de rest is ww
9. poscis, is een ww, de rest is znw
10. altis, is een bnw, de rest is ww

Opdracht 4

1. Locis claris
2. Imperatore magno
3. consule malo
4. Senatoribus novis
5. deis bonis
6. vita leata
7. hominibus doctis
8. multis aedificiis
9. vino novo
10. magistra bona
11. templis altis
12. foro lato

Opdracht 5.

1. capitolio
2. forum
3. foro
4. suburam
5. subura
6. capitolium
7. capitolio

Opdracht 6

1. bonus- malus
2. maestus - laetus
3. clamore - tacere
4. dominus- servus
5. homo - mulier
6. hic- ibi
7. pauci - multi
8. rogare- respondare
9. cum- sine
10. cuncti- nihil

Opdrachr 10

1. ad circum
2. pro templo
3. de capitolio
4. ad senatorem
5. in templum
6. ex aedificium
7. per vicum Tuscum
8. in turba
9.a foro
10. in foro

Opdracht 11

1. magno
2. Romanis
3. multis
4. claris
5. amica
6. aemiliam
7. capitolio
8. aemiliam
9. magna
10. capitolium
11. amica

Wat lees je, Marcus? Ik lees over Hannibal een grote keizer, de Romeinse consul, de vele beroemde plaatsen. Vandaag doet het me geen plezier om samen met mijn vrienden te spelen, ik ga niet naar het forum. Wacht Aemilia ook niet op het Capitolium? Megaera de slaaf let met grote zorg op Aemilia. Maar op het Capitolium komt ze niet. En ik ben zonder mijn vrienden.