Hoofdstuk 33, oefenblok: oefening 3

1 Meester: 'Wat denken jullie dat wij vandaag zullen doen?'
2 'Niks meester, zoals altijd!'
3 'Laten wij vandaag een triomftocht doen; dat is het mooiste spel.'
4 'Ik zou liever willen dat wij naar het Coloseum gaan! Laten wij naar de gevechten kijken! Ik zou willen dat Barbatus wint!'
5 'Ik zou niet willen dat Syrus overwonnen wordt! Als Syrus zal overwinnen, zal ik een grote hoeveelheid geld ontvangen.'
6 'Ik hoop dat wij de dingen die gedaan zijn door de Romeinen zullen horen.'
7 Allen: 'Gooi hem uit het raam!'
8 Meester: 'Als jullie niet meteen zullen zwijgen, zullen jullie werken tot de nacht.'