Hoofdstuk 26, startblok

Na het feest van Anna Perenna kwam Licinia naar Tullia ,de vrouw van Lucius Calpurnicus.
Licinia:Gegroet Tullia! Vond je het feest leuk?
Tullia:Gegroet Licinia! Ik ging niet naar de Tiber...
Licinia:Wat?Ben je niet gegaan?
Tullia:Ik ben niet gegaan; want het bevalt me niet daar heen te gaan waar mensen stevig drinken, waar mensen steviger drinken dan hoort.En mijn Lucius, zoals jij weet, heeft de gewoonte het sterkst van allen te drinken.
Licinia:Je lijdt een triest leven Tullia. Maar denk niet dat jouw leven het meest droevig is van alle vrouwen. Het lot van de vriendin Claudia is veel triester dan dat van jouw. Haar zoon, die met vrienden naar de Tiber was gegaan, is in de rivier gevallen en zijn lichaam kon niet meer gevonden worden. Was hij daar maar niet heen gegaan!