Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 4, tekst 1E: Verbazing over het orakel
Lang zijn ze verstomd, Pyrrha verbreekt als eerste de stilte met haar stem en weigert aan de bevelen van de godin te gehoorzamen en met een angstig gezicht vraagt ze om vergiffenis te schenken en ze is bang de schim van haar moeder te kwetsen door de botten te gooien (nadat de botten gegooid zijn).Intussen overdachten ze de door z’n mysterieuze zo duistere woorden van de gegeven orakelspreuk, die overdachten ze en bespraken die met elkaar. Daarna kalmeerde de zoon van P. met rustige woorden de dochter van E. en zei: of wel is mijn slimheid bedrieglijk voor mij of wel, want orakels zijn vroom en raden geen enkele zonde aan, de grote moeder is de aarde; ik denk dat de stenen in het lichaam van de aarde botten worden genoemd. Ons wordt bevolen deze achter onze rug te werpen.
Hoewel de Titanische beroerd werd door de uitleg van haar echtgenoot was de hoop toch in dubio: zo zeer wantrouwden beiden de hemelse opdrachten. Maar wat voor kwaad zal het doen om het te proberen? Ze gingen weg en onthulden hun hoofden, hun tunica en wierpen zoals bevolen de stenen achter hun voetstappen.