Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 14, tekst B-3C: Niet elk genot moet nagejaagd worden (32)

1 Maar opdat jullie doorzien, waaruit heel die misvatting van hen ontstaan is die genot bekritiseren en pijn prijzen, zal ik (jullie) de hele zaak uitleggen en juist die dingen verklaren, die door die ontdekker van de waarheid en als het ware de architect van het gelukkige leven gezegd zijn. Niemand immers mijdt [of] haat of vlucht voor het genot zelf, omdat het genót is, maar omdat grote pijnen hen treffen, die niet weten met de rede genot na te jagen, en voorts is er niemand, 5 die de pijn zelf bemint, najaagt (of) wil krijgen, omdat het píjn is, maar omdat er zich soms tijden van dien aard voordoen, dat hij (alleen) met moeite en pijn een of ander groot genot kan behalen.
Want, om een zeer eenvoudig voorbeeld te geven, wie van ons onderneemt enige zware lichamelijke inspanning, behalve dan om daarmee /daaruit/ enig nut te behalen? Wie nu zou [of] hem terecht kunnen bekritiseren, die in zo'n genot zou willen verkeren, dat geen enkel ergenis met zich meebrengt, of hem, die die pijn vermijdt, waardoor geen enkel genot verworven wordt?