Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 11, tekst 3E: Coriolanus wordt voor het gerecht gedaagd (2.35, 1-2)

1 Zelfs aan de senaat scheen de mening al te hard en de woede bracht het volk bijna tot het opnemen van de wapens: "dat het al, zoals vijanden, door honger werd bedreigd; dat het van voedsel en levensonderhoud werd beroofd; dat het buitenlandse koren, welk voedsel het lot als enige onverwacht heeft gegeven, voor hun mond werd weggehaald, als de volkstribunen niet geboeid aan Gnaeus Marcius zouden worden uitgeleverd, als hij geen genoegdoening zou krijgen afkomstig van de rug van het Romeinse volk. Dat hij voor hen als een nieuwe beul is opgestaan, die beveelt of te sterven of slaaf te zijn". Op hem, toen hij het senaatsgebouw verliet, zou een aanval gedaan zijn, 5 als de volkstribunen niet zeer gelegen hem gedagvaard hadden. Op dat moment is de woede onderdrukt: iedereen zag dat hij tot rechter (was gemaakt), dat hij tot meester van het leven en de dood van de vijand was gemaakt.