Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 23, tekst A: taaloefening A
1. op welke weg?2. op welke manier?
3. bij wie?
4. elke begravenis
5. wegens welke list?
6. samen met iemand
7. door welke landen?
8. op welke daken?
9. bij welke haven?
10. over welke bergen?