Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 20, tekst C: taaloefening D
D.1. Zij zeiden dat Caesar had gehuild, nadat hij het hoofd van Pompeius had gezien.
2. Wij vernamen dat de overwonnen Pompeius was gevlucht naar Alexandrië.
3. De vrouw van Caesar, door een droom verschrikt, spoorde hem aan niet naar de Senaat te gaan.
4. De geesten van de vechtende vijanden waren woest.
5. Nadat aan Caesar een tweede, geëiste consulaat is toevertrouwd, ging hij zonder legermacht terug naar Rome.
6. Hoewel hij werd gesmeekt door zijn vrouw om thuis te blijven, verliet Caesar toch het huis.
7. De koning van Pontus is overwonnen door Caesar, terwijl hij terugkeerde naar Rome, in een zeer kort gevecht.
8. De meeste burgers huilden, toen zij de gedode Caesar zagen.