Fortuna > Boek 1 nieuwe druk
Hoofdstuk11, tekst B: taaloefeningen C + D
C:Viris Fortibus
Vitae Longae
Corpora Incolumia
Iudices Boni
Pacem Longam
Bellum Longum
Corpori Magno
Salus Bona
Noctium Longarum
D.
1. Waar woon je? Vertel mij.
2. Jou gaf ik weliswaar veel geschenken, maar het beviel jou niet.
3. Jij bent toegestaan om te wachten, maar geen vele dagen.
4. Sta aan de vader van het meisje een laatste gesprek toe.
5. Zo antwoordde jij aan de man.
6. De bode zei tegen de bange burgers: de hoop is verloren.
7. Het is niet geoorloofd aan de rechters een slecht oordeel te geven.
8. De vader vergaf zijn wrede zoon.
9. 'Ik heb de verschrikkelijke misdaden van hem leren kennen' zei de rechter tegen de verschrikte menigte.
10. 'Breng mij naar huis' zei de heerser tegen de ongedeerde slaaf.
11. De menigte van mensen ging bij de consul staan.