Hoofdstuk 10, tekst a (versie 4)

1. Mercurius, zie je Aeneas de leider van de Trojanen, op de kust van Afrika?
2. Waarom bouwt hij voor de koningin, en niet voor de Trojanen een stad?
3. Niet met die bedoeling hebben we hem uit de oorlog gered!
4. Wij hadden hem bevolen de huisgoden van Troje te redden, niet Dido te beminnen!
5. Daarom beveel ik je nu hem te waarschuwen. Vlieg meteen naar Afrika
6. en bericht hem mijn plan: hij moet varen.
7. Mercurius gehoorzaamde snel en vloog door de lucht naar Afrika.
8. Zodra hij in Afrika aankwam, zag hij Aeneas. Hij naderde hem en zei:
9. Aeneas, wat doe je? De koning van de goden beveelt me jou te waarschuwen:
10. Jij mag niet je leven in Afrika leiden: het lot verhindert dat.
11. Ga naar Italië en sticht daar met de hulp van de goden een nieuw Troje!
12. Gehoorzaam de bevelen van de goden en vaar!