Hoofdstuk 26, tekst A

Na de dood van Antonius verlangde ook Cleopatra te sterven. Ze was immers bang dat ze door Octavianus naar Rome werd weggevoerd, dat ze in een arrogante triomftocht werd meegesleept en aan het volk werd getoond, en vervolgens werd gedood. Zij beval dat een laatste maaltijd voor haar werd klaargemaakt.
Na de maaltijd schreef ze Octavianus een brief waarin ze haar plan bekend maakte. Kijk, daar komt een boer naar het monument met een mandje, waarin veel vijgen zijn. Hij zegt tegen de wachters dat hij de vijgen naar de koningin wil brengen en nodigt hen uit een deel te nemen. Lachend weigeren ze en ze geven toestemming om naar binnen te gaan en de vijgen naar Cleopatra te brengen.
Zodra deze het mandje had ontvangen, stuurde ze allen weg behalve twee dienaressen en beval dat de toegangen werden gesloten. Toen ze een slang tussen de vijgen zag, riep ze uit: 'Kijk, precies wat ik heb gewild!' en ze bracht dapper de slang naar haar aderen...Intussen had Octavianus soldaten gezonden die de dood van de koningin moesten verhinderen. Wanneer ze bij het monument zijn aangekomen, braken ze de deur zo snel mogelijk open. Tevergeefs: wanneer ze de slaapkamer binnenkomen zien ze Cleopatra dood op bed liggen. De ene slavin ligt dood bij haar voeten; de andere kamt de haren van haar meesteres, opdat ze zelfs in de dood mooi is, totdat ook zij stervend neervalt.