Tekst 4: Zeus

Kronos trouwt met Rhea. En Rhea brengt kinderen tot leven, drie meisjes en drie jongens. De meisjes zijn Hestia, Demeter en Hera, de jongens zijn Hades, Poseidon en Zeus. Zeus is het jongste kind.

Maar Kronos haat de kinderen; want hij gelooft immers, dat één van hen de troon van hem zal afpakken. Maar het is niet mogelijk de kinderen te doden; want goden zijn onsterfelijk. Dus doet hij het zo: hij slokt ieder pasgeboren kind op en sluit ze op in zijn maag. Het verdriet kwelt Rhea altijd. Tenslotte bedenkt de godin een list. Ze brengt in het geheim haar jongste kind ter wereld en brengt de zoon naar Kreta. En daar brengen de nimfen in het geheim de jongen groot.

Rhea brengt in plaats van het kind een in doeken gewikkelde steen naar Kronos. De god merkt de list niet op en slokt de steen op.

En Zeus overmeestert later Kronos en dwingt hem zijn broers en zussen uit te braken. Op dat moment heeft Zeus de troon.