Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 5: boek 2

Hoofdstuk 17, tekst C: Odysseus en Kirke

1 Toen ik dan was aangekomen bij het huis van Kirke, schreeuwde ik,

en de godin hoorde mijn stem. Dadelijk opende ze de deuren

en nadat ze naar buiten was gekomen, nodigde ze me uit in het huis. Nadat ze (me) naar binnen had gebracht,

en mij had doen zitten op een mooie zetel, maakte ze in

5 een (of andere) drank: in de drank verborg ze slechte kruiden.

Nadat ik de drank had gedronken, sloeg ze mij met haar staf en zei:

‘Kom op, nadat je in het varkenshok bent gegaan/ga..., lig bij de anderen!’

Dat nu deed ze … maar ze betoverde me niet!

Want door het kruid van Hermes werd ik gered!

10 Toen dan, nadat ik mijn zwaard had gepakt, sprong ik op Kirke af

alsof ik haar wilde doden. De godin werd bang en

nadat ze mijn knieën had vastgepakt, vroeg ze: ‘Wie en waarvandaan ben je?

Want ik verwonder me, dat jij, na mijn kruiden te hebben gedronken

niet werd betoverd. Jíj bent dan/dus de listige Odysseus!

15 Want Hermes zei mij dikwijls dat jij eens hierheen zou komen.

Maar vooruit, held, beklim met mij mijn bed:

want met jou verlang ik te slapen!’ Maar ik zei tot haar:

‘Hoe beveel je mij voor jou welgezind te zijn, nadat je

mijn vrienden tot zwijnen hebt gemaakt en mij met list hebt aangespoord

20 met jou te slapen? Want je wil mij, nadat ik ben uitgekleed,

laf en onmanlijk maken! Jij dus zweer eerst

een grote eed dat je voor mij zelf niet iets anders slechts

besluit, en maak vervolgens voor mij mijn makkers los.’

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18