Hoofdstuk 6, tekst 4D: De aanhouder wint

Maar jullie weten wat meestal de gewoonte heeft de mens met een goed gevulde maag te verleiden. Met dezelfde argumenten waarmee de soldaat voor elkaar had gekregen dat de vrouw wilde leven, belaagde hij ook haar kuisheid. En de jongeman leek aan de kuise vrouw niet lelijk of onwelbespraakt, terwijl de slavin haar invloed aanwendde en steeds weer zei: 'Zul jij zelfs tegen liefde die in de smaak valt vechten? En komt het niet bij je op, in wier land je je hebt gevestigd?'
Wat wacht ik langer? En zelfs dit deel van haar lichaam onthield de vrouw hem niet, en de soldaat als winnaar overreedde haar op beide fronten. Dus zij lagen samen, niet alleen die nacht waarin zij de liefde bedreven, maar ook de volgende en de derde dag, nadat natuurlijk de deuren van de grafkamer gesloten waren, zodat iedereen die, - bekend of onbekend - naar de grafkamer gekomen was, zou menen dat de zeer kuise vrouw haar laatste adem had uitgeblazen op het lichaam van haar man.