Minerva > Boek 1
Hoofdstuk 5, diagnostische toets opdracht 1
1. Perfectum, Hij riep2. Imperfectum, wij waren blij
3. Praesens, jullie roepen
4. Perfectum, jullie naderden
5. imperfectum, zij twijfelden
6. Perfectum, zij woonden
7. imperfectum, hij heeft beveeld
8. Praesens, zij zijn
9. Perfectum, wij veranderden
10. Preasens, jij houdt van