Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Vivat Roma > Boek 1

Hoofdstuk 14, tekst C: De zielen in de onderwereld

Intussen zag Aeneas in een dal een vredige rivier.Rondom deze / Hieromheen vlogen ontelbare stammen en volkeren, zoals bijen in de zomer rond witte lelies vliegen:het hele veld weerklinkt door / van het gezoem. Aeneas huiverde en vroeg zijn vader over / naar de redenen: Zeg mij, vader: welke rivier is dit? (lett.: Welke is deze rivier?) Welke mannen vullen in zo'n grote stoet de oever? Toen antwoordde vader Anchises zijn zoon: Dat is de rivier de Lethe. Dit (lett.: Dezen) zijn geen mannen, maar zielen van gestorven mannen / mensen.Ik zal je alles uitleggen.En vader Anchises leerde zijn zoon dat de zielen in lichamen opgesloten zijn als in een kerker, dat zij na de dood naar de onderwereld gaan, dat een god de zielen vervolgens bij de rivier Lethe samenroept, dat de zielen daar een lange vergetelheid (in)drinken, dat zij tenslotte in nieuwe lichamen terugkeren