Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

SPQR > Versie 1

Tekst 31: Scipio (versie 2)

Hannibal werd door de Carthaagse senatoren uit Italië teruggeroepen, omdat Carthago door Scipio werd belegerd. Hij gehoorzaamde, hoewel hij van mening was dat de senatoren een erg slecht besluit genomen hadden. Hij dacht: "Spoedig zal de oorlog beëindigd zijn. Niet ik, maar Scipio zal de overwinning behalen. Het laatste gevecht echter, zal wreed zijn en vele zeer goede mannen zullen worden gedood. Misschien zal Scipio instemmen, wanneer hem vrede zal worden aangeboden." Hij nodigde de Romeinse leider uit voor een gesprek.

Op een breed veld waren de soldaten opgesteld, aan de ene kant de Romeinen, aan de andere kant de Carthagers. Tussen de troepen was een grote open ruimte gelaten. Daar kwamen Hannibal en Scipio samen, de grootste aanvoerders van hun tijd, misschien wel aller tijden. De Carthaagse aanvoerder zei: "Ik ben Hannibal, die de Romeinse burgers meer vrezen dan alle andere vijanden. Door mij zijn jullie herhaaldelijk in veldslagen overwonnen. Door mij zijn vele duizenden soldaten gedood. Door mij is Rome zelf bijna veroverd. Op het grondgebied van Italia ben ik door geen enkele aanvoerder overwonnen. Nu ben ik een oude man. Ik wil liever de vrede dan de oorlog. Jij bent een jongeman. Jij bent vandaag, zoals ik was, wanneer ik begon overwinningen te behalen. Ook jij wilt zeker overwinningen behalen, ook jij wilt zeker middels jouw dapperheid roem verdienen. Dat begrijp ik. Leer van mij dat overwinningen in veldslagen echter kort zijn, maar dat vrede eeuwig is. Jij zult dus eeuwige roem verdienen, als je vrede zult hebben gesloten met mij, de eeuwige vijand van Rome."

Scipio antwoordde: "Inderdaad heb ik van jou geleerd dat overwinningen kort zijn in veldslagen. Want jij hebt weliswaar veldslagen kunnen winnen, maar niet de gehele oorlog. Dan pas zal de oorlog beëindigd zijn, wanneer de overwinning behaald zal zijn in de allerlaatste veldslag."