Hoofdstuk 3, tekst 2F: De Gallische maatschappij

De andere is de groep van de ridders. Deze houden zich – wanneer er behoefte aan is een zich één of andere oorlog voor doet – wat voor de komst van Caesar bijna jaarlijks gewoon was te gebeuren namelijk dat ze ofwel zelf onrecht plegen ofwel het aangedane omrecht afweerden – allen bezig met de oorlog en al naar gelang iemand van hen zeer aanzienlijk is in herkomst en in middelen in die mate heeft hij zeer veel horigen en cliënten rondom hem. ZIj leerden dit als enige aanzien en macht kennen.