Via Latina > Boek 1
Tekst 24
1 Romulus en Remus wensten op de plaats waar ze gevonden waren een stad te stichten.2 Op die plek waar de wolvin ze vond en voedde, besloten zij de stadsmuur te bouwen.
3 Zij waren al heel druk bezig met het werk uit te voeren toen Remus vroeg:
4 "Wie geeft de nieuwe stad een naam? En wie heerst over de stad?"
5 Spoedig streden de broers hevig met elkaar, omdat ze het over deze zaak niet eens werden;
6 Want het was van beiden hun wens om het hoofd van het rijk te zijn.
7 Tenslotte zei een van de broers:
8 "Aangezien wij het niet eens worden, is er hulp nodig van de goden aan ons."
9 Dus handelden zij beiden met een vogelvlucht –Romulus in Palatio, in Aventino Remus.
10 Eerst verschenen bij Remus 6 gieren.
11 Naar wie hij meteen riep: " Ik ben koning"
12 Maar een tijdje later vertoonden zich het dubbele aantal gieren voor Romulus.
13 Die zonder te twijfelen het rijk voor zich opeiste:
14 "Ik keur jouw vogelschouw niet toe broeder", zei hij.
15 Het aantal vogels is van belang, niet de tijd.
16 Om die reden geef ik de naam aan de stad,
17 regeer ik over de stad, waar de stadsmuren zijn gebouwd.
18 Op dat moment was Remus hevig bewogen en lachte zijn broer uit
19 "Op welke manier" zei hij " Zal jij de stad verdedigen tegen gevaar,
20 als hij omgeven zou zijn door kleine muren.
21 En hij sprong over de nieuwe muren.
22 Toen doodde de boze broer hem vanwege zijn overmoed.
23 Zo bezat Romulus in zijn eentje het rijk,
24 zo is de nieuwe stad met de naam van Romulus, Rome genoemd