Minerva > Boek 2
Hoofdstuk 15, tekst c, extra oefening: de ridder
(1) Op een zekere dag liep er een ridder door het slachtveld.Zijn naam was julius, zijn vader was keizer(nom/acc).on Quichot zei onder andere tegen hem dat hij blij moest zijn dat hij met hem mee mocht, want vroeg of laat wachtte hem een avontuur dat hem in een handomdraai een eiland zou opleveren waarvan hij hem gouverneur zou maken. Als gevolg van deze en meer van die beloften liet Sancho Panza, want zo heette de boer, zijn vrouw en kinderen in de steek en trad als schildknaap in dienst bij zijn buurman.
Toen alle voorbereidingen waren getroffen en alles was geregeld en gedaan, verlieten ze, zonder dat Sancho Panza zijn vrouw en kinderen of Don Quichot zijn huishoudster en nichtje gedag zei, op een avond, door niemand opgemerkt, het dorp; en die nacht reden ze zo'n eind, dat ze er bij het aanbreken van de dag gerust op waren niet gevonden te worden, ook al zochten ze hen.