Via Nova > Boek 2 Imperium
Hoofdstuk 22, vertaling 2: Over de Chirurg
Aulus Cornelius Celsus, had gezegd, dat hij een betoog zal houden over de chirurg. De massa, welke zich rondom hem had verzameld, was talrijk van studenten. Want allen, waren aan het weten dat Celsus het meest ervaren was van de geneeskunde, en zij waren aan het hopen dat zij de nuttige adviezen zullen ontvangen."Het is van belang of, dat de chirurg, de jonge man is, of op zekekere wijze niet te oud is" begon Celsus. Want het behoort dat, de de hand en de rechter en de linker altijd vast zijn en nooit trillen. Bovendien moet de chirurg de meest scherpe ogen hebben, want er is vooral standvastigheid van de geest nodig.
Een uit de studenten vroeg aan Celsus terwijl hij met een woord had onderbroken. "Zullen toch wel voor de chirug de standvastigheid meer dan het medelijden voordelig zijn geweest.?"
"Ik beschouw het medelijden, als de dapperheid." antwoorde Celsus."teveel van het medelijden schaadt echter. Als echter de chirurg met zieke geschreeuwen in verwarrig gebracht zal worden, of hij had meer van de situatie gewenst, zal hij zich haasten, of hij zal snijden minder,dan het nodig is. Ik geloof dus dat de standvastigheid het meest het goed is geloof ik bij een chirurg."
"Is het toch wel niet beter de ziekte met geneesmiddelen te verzorgen dan met de hand?"vroeg een ander. Sommige ziektes kunnen niet worden verzorgd alleen met geneesmiddelen." antwoordde Celsus; Hij gaf een voorbeeld. Hij vertelde dat hij bij de jonge man ontboden was geweest. Deze was uit de boom gevallen geweest, dat een been gebroken was geweest, voegde hij toe.
"Met druppels papaversap verdoofde ik de jonge man. Vervolgens bekeek ik het been. Het gebroken been had niet kunnen blijven op de plaats, en daarom rekte ik het been uit, ik doorzag onmiddellijk, dat te hebben moeten doen. Zodra ik het been een beetje langer maakte, zoals het van nature was geweest, deed ik het bot met moeite in de plaats. Ik was aan het weten dat dan de pijn snel minder zal zijn, en ik heb het bevel gegeven, dat ik de been met wijn en olie insmeerde. Tenslotte wikkelde ik het been in met veel verbanden. Ik verzeker dat de jonge man na twee maanden te hebben gewandeld."