Minerva > Boek 1
Tekst 11B
(1) Amulius en Numitor waren broers. Amulius verdreef zijn broer van de heerschappij en doodde zijn zoon. Zijn dochter Ilia echter maakte hij priesteres van Vesta, om de hoop op nakomelingen weg te nemen, over wie hij had vernomen dat hij door hen gestraft zou worden.(5) Haar, zoals velen zeggen, heeft Mars verkracht; uit hen zijn geboren Remus en Romus; Amulius heeft bevolen dat zij met hun moeder in de Tiber werden gegooid. Toen, zoals sommigen zeggen, heeft de rivier Ilia tot vrouw gemaakt; de kinderen echter zijn te vondeling gelegd bij een oever in de buurt. De herder Faustulus vond hen, wiens vrouw onlangs prostituee was, Acca Larentia, die de jongens heeft opgevoed. Zij hebben later hun grootvader Numitor teruggeroepen naar de heerschappij, nadat ze Amulius hadden gedood. Toen het rijk van Alba hun te klein leek, zijn ze weggegaan, en hebben ze een stad gesticht nadat ze voortekenen hadden gekregen. Maar Remus zag
(15) als eerste zes gieren; Romus (zag er) daarna twaalf. Deze situatie veroorzaakte een oorlog, waarin Remus is omgekomen; en naar de naam van Romus zijn de Romeinen genoemd.