Tekst 4A

(1) Op een zekere dag kijkt de vader van de goden naar de aarde.
Hij ziet een uiterst mooie nimf. Zij wandelt door de akkers.
De naam van de nimf is Io, dochter van de god Inachus.
Jupiter houdt meteen van de nimf.
(5) De nimf is van uitzonderlijke schoonheid.
Ze valt dus in de smaak bij de god.
Jupiter, begerig naar de nimf, omgeeft haar en zichzelf met wolken...
De god is erg blij, maar hij is bang voor de woede van de jaloerse Juno.
De vader van de goden is echter van een groot talent en bedreven in listen: Hij verandert de nimf in een mooie koe.
(10) Juno zit echter op een hoge berg en zoekt haar echtgenoot.
Plotseling ziet ze wolken boven de akkers.
De godin is achterdochtig en zegt: Wolken, ga weg!
Dan ziet ze haar echtgenoot en een mooie koe.
De godin dwaalt af naar de aarde en ze zegt tegen haar echtgenoot:
(15) Wat een schitterende koe zie ik. Van welke boer is zij?
Jupiter antwoordt de godin: Het is mijn koe.
Juno, die de koe wil hebben, zegt: geef haar aan mij als geschenk.
Angstig voor de godin geeft Jupiter haar de koe als geschenk.