Fabulae
Hoofdstuk 46, oefening 239
gerundium en gerundivumsupinum I & II
1 Ars dicendi pulcherrima est. De kunst van het spreken is zeer schoon. (gerundium)
2 Belli gerendi peritus est. Hij is bedreven in het oorlogvoeren. (gerundivum)
3 Proficiscendi cupidus sum. Ik verlang te vertrekken. (gerundium)
4 Dicendi causa venisti. Om uw zaak te bepleiten bent u gekomen. (gerundium)
5 Vincendo studet. Hij legt zich toe op winnen. / Hij doet zijn best om te winnen. (gerundium)
6 Iuveni corrumpendo studes. Jij doet je best om de jongeling op het slechte pad te brengen. (gerundivum)
7 Ad proficiscendum paratus sum. Ik ben gereed om te vertrekken. (gerundium)
8 Ad discendum venio. Ik kom om te leren. (gerundium)
9 Ad orationem dicendam veni. Ik ben gekomen om een redevoering te houden. (gerundivum)
10 Studendo sapiens fies. Door je best te doen zal je wijs worden. (gerundium)
11 Edendo vivimus. Door te eten leven wij. (gerundium)
12 Ad cenandum venio. Ik kom dineren. (gerundium)
13 Huc cenatum venimus. Wij zijn hierheen gekomen om te dineren. (supinum I)
14 Ad pacem petendam missi sunt. Wij zijn gestuurd om om vrede te vragen. (gerundivum)
15 Pacem petitum venimus. Wij komen om vrede vragen. (supinum I)
16 Dea pulchra visu erat. De godin was schoon om te zien. (supinum II)
17 Difficile erat dictu, quot homines adessent. Het was lastig te zeggen, hoeveel mensen aanwezig waren. (supinum II)
18 Suos hortando patriam servavit. Door zijn mensen aan te sporen heeft hij het vaderland gered. (gerundium)
19 Ad suos hortandos processit. Om de zijnen aan te vuren is hij naar voren geschreden. (gerundivum)
20 Dicendi peritus est. Hij is bedreven in het spreken. (gerundium)
21 Scribere scribendo, dicendo dicere disces. Schrijven leer je door te schrijven, spreken door te spreken. (gerundium) (NBdisces → futurum)
22 Num corrumpendi gratia venisti? Ben jij soms gekomen om te stoken? (gerundium)
23 Veniam rogatum domum tuam intravi. Om vergiffenis te vragen ben ik uw huis binnengetreden. (supinum I)
24 Docendo discimus. Door te onderwijzen leren wij. (gerundium)
25 Oratio eius auditu iucunda sed intellectu difficilis est. Zijn redevoering is aangenaam om naar te luisteren, maar moeilijk te begrijpen. (supinum II)
26 Nihil faciendo nihil consequeris. Door niets te doen zal jij niets bereiken. (gerundium)
27 Legendi semper occasio est, audiendi non semper. Er is altijd gelegenheid om te lezen, niet altijd om te luisteren. (gerundium)
28 Optima res facilior laudatu quam factu est. Het beste valt makkelijker te prijzen dan te doen. (supinum II)
29 Nihil agendo homines male agere discunt. Door niets uit te voeren leren mensen kwaad doen. (gerundium)
30 Multae puellae, quae spectatum veniunt, veniunt, spectentur ut ipsae. Veel meisjes die komen om te kijken, komen om zelf bekeken te worden. (Ovidius A. A. 1. 99) (supinum I)