Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fabulae

Hoofdstuk 40, oefening 223: De broers Romulus en Remus

Nadat Aeneas door een voortijdige dood was weggerukt, bloeide de stad Lavinium zodanig, dat zij de hoeveelheid mensen niet meer kon bevatten. Julus, de zoon van Aeneas, droeg die stad aan Lavinia over om te besturen; zelf heeft hij een andere, nieuwe gesticht aan de voet van de Albaanse berg, die Alba Longa genoemd is.
In die stad, waarvan de welvaart snel groeide, bekleedden de nakomelingen van de stichter vele jaren het koningschap, totdat de broers Amulius en Numitor slaags raakten om de macht.
Na het verdrijven van zijn broer regeerde Amulius. Hij stapelde misdaad op misdaad: hij beval dat de zonen van Numitor gedood werden en hij koos Rea Silvia, diens dochter, uit als Vestaalse maagd, zodat hij haar verhinderde te trouwen en haar de hoop op een zoon ontnam. Maar de wetten van die man allerminst vrezend is zij stiekem met de god Mars getrouwd. Toen zij tweelingbroers had gebaard, aan wie ze de namen Romulus en Remus gaf, werd zij geketend onder bewaking geplaatst. Amulius overhandigde de kleine kinderen aan zijn slaven om ze in de Tiber te verdrinken, maar doordat het water terugweek, bleven zij op het droge achter. Toen een zekere dorstige wolvin de rivier naderde, hoorde zij hen huilen en was terstond zodanig begaan met hen, dat ze de jongens met haar eigen melk voedde. Men zegt dat een zekere Faustulus, de hoeder van het koninklijk vee, haar aldus aantrof en de jongens ter opvoeding aan zijn echtgenote heeft gegeven.
De tweelingbroers, weliswaar te midden van herders opgevoed, staken toch door hun koninklijke inborst boven de overigen uit. Toen zij op zekere dag rovers hun buit hadden afgepakt, hebben die uit woede om de verloren buit een valstrik gespannen. Terwijl Romulus door zich krachtig te verdedigen ontkwam, hebben zij Remus gegrepen en de gevangene onder het uiten van beschuldigingen aan koning Amulius uitgeleverd. Zij beweerden dat door deze lieden een aanval was gedaan op de akkers van Numitor en dat zij vervolgens met een verzamelde troep jongelingen de buit wegvoerden. En dus werd Remus ter bestraffing aan Numitor overgedragen.
Reeds vanaf het begin vermoedde Faustulus dat er koningszonen bij hem opgevoed werden. Want hij wist dat ongeveer in dezelfde tijd op bevel van de koning twee kleine kinderen aan hun lot waren overgelaten. Wegens het aanwezige gevaar openbaarde hij Romulus, wat hij vermoedde. Na dit vernomen te hebben haastte Romulus zich met gewapende herders naar Numitor. En toen deze hoorde dat zij tweelingbroers waren en zag dat hun gezicht erg op dat van Rea leek, herkende hij hen als zijn kleinzonen. Nadat een andere troep herders verzameld was, trokken de jongemannen terstond van het huis van Numitor op naar Alba om de rechten van hun grootvader te herstellen. Nadat Amulius gedood was, hebben ze het koninklijk bestuur over de stad aan Numitor teruggegeven.
Maar niet lang zijn de jongemannen in Alba gebleven, want het verlangen om een stad te stichten had hen gegrepen. Daarom hebben zij gepoogd op dezelfde plaats waar zij achtergelaten en opgevoed waren, een stad te stichten. Maar de begeerte naar de macht zat hen bij hun pogen in de weg. Omdat ze een tweeling waren en niet door leeftijd te onderscheiden, maakten ze, elkaar bedreigend, ruzie over de kwestie wie van beiden zijn naam aan de nieuwe stad zou geven en haar, eenmaal gesticht, met zijn gezag zou besturen. Om de vlucht van de vogels te raadplegen hebben zij beiden een ruimte in de lucht afgebakend. Men zegt dat er aan Remus als eerste zes vogels verschenen zijn, maar dat, terwijl dit voorteken gemeld was, zich aan Romulus een dubbel aantal vertoonde. De een was daarom als koning begroet vanwege het tijdstip, de ander vanwege het aantal. Er wordt verteld dat Romulus de ruzie beslecht heeft door het doden van zijn broer. Er bestaat echter een ander verhaal, dat Remus om zijn broer belachelijk te maken, over diens nieuwe (in aanbouw zijnde) muren sprong, maar direct door een razende Romulus gedood is, terwijl hij de zeer bekende woorden sprak: “Laat zo voortaan ieder ander omkomen, die over mijn muren zal springen!” Naar zijn eigen naam heeft hij de nieuwe stad Rome genoemd. Maar hij had zijn eigen stad een zeer slecht voorteken gegeven: broedermoord.

Audi multa, loquere pauca. Luister veel, spreek weinig

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18