Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fabulae

Hoofdstuk 37, oefening 213: De vlucht van de Trojaan Aeneas

Toen Troje door de Grieken ingenomen werd, zijn bijna alle Trojanen al strijdend gesneuveld. Toch bleven er een paar behouden, waaronder Aeneas, na Hector de dapperste man van alle Trojanen. Hij was een zoon van de godin Venus en de Trojaan Anchises.
Gewaarschuwd door zijn moeder, begreep hij dat eindelijk de strijd opgegeven moest worden en hij keerde naar huis terug om de zijnen te redden. Hij kon zijn vader Anchises niet gemakkelijk overhalen om samen met hem Troje te verlaten. Nadat de oude man echter eigenhandig de Penaten gegrepen had, heeft Aeneas hem op zijn schouder gelegd en is het huis uitgegaan. Zijn kleine zoontje Ascanius, oftewel Julus, hield zijn rechterhand vast; na hen verliet Creusa, Aeneas’ echtgenote, het huis.
Terwijl de godin de weg wees, renden zij midden door de stad; de vlammen weken terug en wapens van de vijanden konden hen niet verwonden. Toch is Creusa ten onder gegaan.
Terwijl haar schim aan Aeneas verscheen, beval zij hem over de grote zee een verafgelegen land te zoeken om uiteindelijk bij Hesperia (Italië) uit te komen. Zij voorspelde dat de goden hem daar een andere echtgenote en een koninkrijk zouden geven. Aeneas strekte zijn hand om haar schim te vatten, maar reeds was haar beeltenis door de lucht weggevlogen.
Aeneas droeg de overige Trojanen, die het lot gespaard had, op om een vloot uit te rusten. Om schepen te bouwen velden zij op de berg Ida hoge bomen en sleepten ze naar de kust. Bij aanvang van de zomer hesen zij de zeilen; wenend verlieten zij de kust van het vaderland en de vlakten waar Troje had gelegen.
Nadat hij op Delos, het eiland van Apollo, aangekomen was, heeft Aeneas de godheid geraadpleegd over wat hem te doen stond en naar welk land hij zijn schepen koers moest laten zetten. “Apollo, geef aan de vermoeiden een eigen huis, stadswallen, nageslacht en een stad, die zal blijven bestaan,” bad Aeneas. Apollo antwoordde: “Het land van jullie voorouders zal jullie behouden opnemen. Zoek je oude moeder!” De orakeltaal scheen duister, maar Anchises herinnerde zich, dat Dardanus, de stichter van de stad Troje, vanaf het eiland Kreta naar Asia getogen was; daarom meende Aeneas dat hij naar dit eiland moest varen. Toen hij echter de schepen daarheen gedirigeerd had, hebben de penaten hem in zijn slaap gewaarschuwd om verder te gaan en te trachten Italië te bereiken; zij zeiden dat Dardanus daarvandaan afkomstig was.
Dus zochten de Trojanen het westen op. Nadat Epirus en Sicilië bezocht waren, zijn zij voortgegaan naar de kusten van Italië, toen de onstuimige Juno tussenbeide kwam. Zij had immers gehoord dat het Trojaanse geslacht in Italië een stad zou stichten en dat het aan deze stad was om Carthago te vernietigen. [ZIE OPMERKING HIERONDER] Maar Juno was zelfs nog meer gesteld op Carthago dan op Griekenland. Daarom verlangde de woeste koningin der goden ernaar om de weinige Trojanen die over waren, uit te roeien.
En nadat ze aldus gemerkt had, dat de Trojanen Sicilië reeds verlaten hadden, heeft ze met het zenden van een zeer zware storm hun schepen zodanig verstrooid, dat zij naar de kust dreven van...Carthago. Dit verlangde de jaloerse godin: dat de Trojanen daar zouden omkomen, of voor eeuwig blijven.

NB: De Trojaanse oorlog vond plaats rond 1180 v.Chr. en volgens de overlevering is Carthago in 814 v.Chr. door de Feniciërs gesticht. Carthago werd in de drie Punische oorlogen in de 3e en 2e eeuw voor Christus telkenmale verslagen door Rome en bij de laatste oorlog in 146 v.Chr. verwoest.

Multum legendum est, non multa. Er moet veel(vuldig) gelezen worden, maar niet veel dingen (Plinius Ep. 7.9.15)