Fabulae
Hoofdstuk 31, oefening 185
1 Principem Achivorum laedere turpe erat. Het was schandelijk de vorst van de Achiven te beledigen.2 Castra Graecorum capi non poterant. Het legerkamp van de Grieken kon niet ingenomen worden.
3 Minerva se Hectorem adiuturam esse simulabat. Minerva deed alsof zij van plan was Hector te helpen.
4 Iuppiter Hectorem servare cupiebat. Jupiter wenste Hector te redden.
5 Achilles Hectoris corpus Priamo reddere non recusavit. Achilles heeft niet geweigerd Hectors lichaam aan Priamus terug te geven.
6 Hector putavit se iam castra capere posse. Hector dacht dat hij het legerkamp reeds kon innemen.
7 Frustra Thetis filium pugna arcere temptaverat. Tevergeefs had Thetis geprobeerd haar zoon van de strijd af te houden.
8 Novo scuto hastam desilire videtis. Jullie zien de speer van/op het nieuwe schild afspringen.
9 Milites iusta praeda privare foedissimum est. Het is zeer schandelijk de soldaten van hun rechtmatige buit te beroven.
10 Imprudenter Hector se in urbem recipere recusaverat. Onbesuisd had Hector geweigerd zich in de stad terug te trekken.
11 Puellam reddi deus quidam iubet. Een zekere godheid beveelt dat het meisje teruggegeven wordt.
12 Adversis ventis duces exercitum in Asiam traicere non potuerunt. Door tegenwind konden de aanvoerders het leger niet naar Asia overzetten.
13 Regem occidere nefas est. De koning doden is taboe.
14 Herculis arcu te servare poteras. Jij kon je met de boog van Hercules redden.
15 Pretium magnum sacerdotis recusare superbissimum erat. Het was zeer hoogmoedig het grote losgeld van de priester af te wijzen.
16 Achilles, qui milites suos pugnare vetuerat, iterum proelium committere parabat. Achilles, die zijn soldaten had verboden te vechten, maakte zich op om de strijd opnieuw aan te gaan.
17 Cum Achilles Calchantem causam perniciei indicare iubeat, vates illam aperire non audet. Hoewel Achiles Calchas opdraagt de oorzaak van de rampspoed aan te wijzen, durft de ziener die niet te openbaren.
18 Infestis telis Patroclus ad moenia accedere audebat sed, cum impetum facere temptaret, vox ingens eum terruit. Patroclus durfde met gestrekte wapens de stadswal te naderen, maar een enorm stemgeluid boezemde hem vrees in toen hij een aanval probeerde te doen.
19 Cum vulneris odor tolerari non possit, Philoctetem removere debemus. Omdat de stank van de wond niet verdragen kan worden (niet te harden is), moeten wij Philoctetes verwijderen.
20 Frustra monitus eras, ut in urbem exercitum reciperes. Tevergeefs was jij gewaarschuwd om het leger in de stad terug te trekken.