Fabulae
Hoofdstuk 15, oefening 119
1) Met immense wreedheid zullen door Atreus de zonen van zijn broer geveld worden.2) “Je zal uit het vaderland verdreven worden, als je niet om vergeving zal smeken,†heeft de trouweloze Atreus gezegd.
3) Jullie zullen met de grootste smart vervuld worden, als jullie over de maaltijd van Thyestes (zullen) horen.
4) Opnieuw zullen heilige rechten geschonden worden.
5) Jij bekeek de maaltijd met ‘atreusogen’, goddeloze, maar jij zal voor deze enorme moordpartij met de zwaarste boetedoening gestraft worden.
6) Atreus zal door de zoon van Thyestes gedood worden; Thyestes zal als koning aangesteld worden.
7) Wegens de zeer gruwelijke misdaad zal jij uit je zetel oprijzen en de tafel omverwerpen.
8) De straffen van de goden moeten door sterfelijke mensen gevreesd worden.
9) De andere broer keerde kinderloos van de zeer afschuwelijke maaltijd terug.
10) Omdat jij het waagt het gastrecht te schenden, zullen ook jouw nakomelingen zwaar gestraft worden.
Cic. Off. 1.10.33
Summum ius summa iniuria : Het hoogste recht is het hoogste onrecht