Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fabulae

Hoofdstuk 13, oefening 105

werkwoorden, voornamelijk het futurum (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)

1) certabo : ik zal strijden
2) figemus : wij zullen vasthechten
3) aperies : jij zal openen
4) parebunt : zij zullen gehoorzamen
5) putabitis : jullie zullen menen
6) habebo : ik zal hebben
7) adhibebit : hij zal aanwenden
8) nubent : zij zullen huwen
9) incipiam : ik zal beginnen
10) reges : u zal regeren
11) descendam : ik zal afdalen
12) invitabit : zij zal uitnodigen
13) receditis : jullie wijken terug
14) iaciemus : wij zullen werpen
15) suademus : wij raden aan
16) transfixit : hij heeft doorboord
17) clamabis : jij zal roepen
18) tenebimus : wij zullen vasthouden
19) pariet : zij zal baren
20) dormiam : ik zal slapen
21) regnabunt : zij zullen regeren
22) deserebat : hij liet in de steek
23) valebitis : jullie zullen gezond zijn
24) colebatis : jullie vereerden
25) cupient : zij zullen begeren
26) edebam : ik at
27) paravimus : wij hebben klaargemaakt
28) ferietis : jullie zullen treffen
29) monebis : u zal waarschuwen
30) fient : zij zullen worden
31) wij zullen geven : dabimus
32) hij zal springen : saliet
33) ik zal leiden : ducam
34) jullie zullen doen : facietis
35) het zal staan : stabit
36) wij zullen leven : vivemus
37) ik zal lachen : ridebo
38) zij zal lopen : curret
39) zij zullen komen : venient
40) hij zal missen : carebit

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18