Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Tirocinium Latinum

Exercitium 39: oef. 50

1 Zij berichten dat die vestingstad wordt bestormd.
2 Zij berichten dat die vestingstad is veroverd.
3 Hij bericht dat die vestingstad zal worden veroverd.
4 Hij zegt dat (de) slaven lui zijn.
5 Hij heeft gezegd dat de slaven lui zijn geweest (waren).
6 Hij heeft gehoopt dat de slaven niet lui (energiek, ijverig) zullen zijn.
7 Ik zal antwoorden dat ik niets heb gezien.
8 Ik heb zelf gezien dat hij door de vijanden werd geboeid.
9 Ik begrijp niet dat dat die voorwaarden door hen zijn versmaad.
10 Ik begrijp niet dat jullie door die stoutmoedige woorden worden verschrikt
11 Bondgenoten, jullie hadden beloofd ons eeuwig trouw te zullen zijn.
12 Een boodschapper meldt dat hij in deze strijd gesneuveld is.
13 Jullie weten allemaal dat ik jullie nooit in de steek heb gelaten.
14 Ik hoop dat zij in deze zaak verstandig zal zijn.
15 Ik betreur dat zij door jullie niet zijn toegelaten.
16 Wij hopen dat wij voor de avond tot de haven zullen zijn doorgedrongen.
17 De boodschapper heeft bericht dat de bondgenoten door de vijanden worden belegerd.
18 Caesar heeft de boodschapper van de bondgenoten beloofd spoedig hulptroepen te zullen sturen.
19 Wij wisten niet dat de kooplieden reeds vijftienduizend passen zijn voortgegaan.
20 We zijn verheugd dat het geld dat ons reeds lang verschuldigd was, eindelijk wordt teruggegeven.
21 Het staat vast dat dit door de senaat is besloten.