Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Tolle lege > Boek 2

Tekst 3.5: Heksen!

Zodra de maan haar sierlijke gezicht naar voren bracht, brengen heksen met hun liederen en
(2) gif de menselijke geesten in verwarring. Op geen enkele manier kan ik hen
verhinderen, dat ze botten uitkiezen en schadelijke kruiden.
(4) Ík zag Canidia gaan op blote voeten en met uitgespreid
haar, huilend met Sagana. Bleekheid had elk van beiden huiveringwekkend
(6) gemaakt door hun aanblik.
Ze begonnen de aarde te krabben met hun nagels en een zwart lam met hun tanden
(8) uiteen te scheuren. Bloed werd in een kuil gegoten, opdat ze vandaar
de Manes (schimmen) naar buiten lokten, die antwoorden zouden geven. Zelfs was er een wollen beeld,
(10) (en) een andere van was. De wollen (die van wol) was groter, die met straffen de lager gelegene (kleinere) moest temmen. Het wassen beeld stond smekend, omdat
(12) die op de manieren van een slaaf zou sterven.
Canidia riep Hecate, Sagana de woeste Tisiphone.
(14) Slangen en hellehonden zwierven rond. Een beschaamde maan
ging schuil achter de grote graven, opdat zij geen getuige was. Sprekende schimmen
(16) weerklonken droef en scherp met Sagana. Die twee heksen
verborgen de baard van een wolf met de tand van een slang heimelijk in de grond.
(18) Daarna ontbrandde een nogal breed vuur vanwege het wassen beeld.
Ik verafschuwde natuurlijk de stemmen en de daden van de twee heksen.
(20) Dus liet ik plotseling een wind met mijn gespleten houten billen. En de tanden
van Canidia en de hoge pruik van Sagana, de kruiden en betoverde
(22) linten vielen uit (op de grond). En zij: rennen naar de Stad! Wat een grap!