Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 2

Hoofdstuk 25, tekst A

1 ‘Onze staat is in het grootste gevaar: ze wordt niet door (de) magistraten,
maar door één man bestuurd: door Gaius Julius Caesar. Laten we haar dus herstellen!
Laten we Caesar uit ons midden wegnemen en de stad bevrijden!’
Allen stemden [hiermee] in en legden de eed af. Nadat Brutus de goden met deze
5 woorden had gesmeekt ‘Goden, mogen jullie ons plan begunstigen en ons helpen’, gingen de samenzweerders uiteen. De volgende dag trad Caesar de curia binnen en ging zitten. Meteen gingen (bleven) de samenzweerders om hem heen staan. Terwijl de één Caesar nadert, alsof hij van plan is iets te vragen en zijn toga vastgrijpt, greep een ander zijn arm [vast].
10 Terwijl Caesar uitriep ‘dat is warempel geweld!’ is hij van alle kanten verwond. Eerst probeerde hij [nog] terug te vechten, maar toen hij zag dat hij door velen werd aangevallen, bedekte hij met zijn toga zijn hoofd en viel stervend neer. Het gerucht gaat dat hij, toen hij onder
de samenzweerders Brutus herkende, gezegd heeft: ‘ook jij, Brutus, mijn zoon?’ Nadat de samenzweerders Caesar met heel veel slagen hadden verwond, lieten ze hem achter,
15 terwijl hij op de grond lag, en vluchtten weg. De overige senatoren waren al weggevlucht. Daar lag hij tamelijk lang ontzield (dood), totdat slaven zijn lichaam op een draagbaar plaatsten en naar huis droegen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.339

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18