Hoofdstuk 7, tekst B (versie 6)

Theseus zoekt de Minotauros maar vindt hem niet. Plotseling hoort hij een verschrikkelijk geluid. Nu pakt de angst ook Theseus: hij merkt de Minotauros op, maar... het beest slaapt! Theseus gaat stilletjes naar het beest toe. Dan opent het dier zijn ogen en tilt zijn grote kop op..., meteen pakt Theseus de kop vast en hij slaat met zijn vuisten: want hij is ongewapend. Zo doodt hij de verschrikkelijke Minotauros. Daarna pakt hij de draad vast en op die manier vindt hij de deur. Daar merken de kinderen Theseus op en zij zeggen: 'Wij zijn erg blij en wij bewonderen u/je, Theseus, want u/jij ben erg sterk en dapper! Zo red u/jij ons en Athene!' Daarna roepen de kinderen Ariadne, want Ariadne wacht buiten. De kinderen zeggen: 'De Athener Theseus heeft de Minotauros gedood. Nu willen wij naar buiten gaan. Wil je de deur openen, Ariadne?' En Ariadne doet blij de deur open. Meteen vluchten Theseus, Ariadne en de anderen naar zee. Daar gaan ze met het schip weg varen.