Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

SPQR > Versie 1

Tekst 29: Hannibal

Hannibal

Hamilcar, de Punische aanvoerder, verdroeg moeilijk dat de Romeinen in de Eerste Punische Oorlog hadden overwonnen. Hij zei tegen de senatoren van Carthago: ‘Rome zal niet tevreden zijn, totdat zij alle landen en alle zeeën veroverd zal hebben. Als wij hen niet zullen tegenhouden, zullen de Romeinen onze rijkdom, onze stad en ons volk vernietigen. Sta mij toe met Punische troepen naar Spanje te gaan. Want als ik daar grotere rijkdom en meer soldaten zal hebben verzameld, zullen wij opnieuw tegen de Romeinen oorlog kunnen voeren.’ De senatoren antwoordden: ‘Maar als jij alle troepen naar Spanje zult hebben geleid, zullen wij hier geen bewakers hebben. Hoe zal jij de stad bewaken?’ Hamilcar: ‘Ik zal Carthago zeer
goed beschermen, als ik de aandacht van de Romeinen op Spanje zal hebben gericht.’ De senatoren stemden in.
[16] Hamilcar bracht een offer, voordat hij met al zijn troepen vertrok. Hij bad tot de goden: ‘Jullie, die altijd Carthago hebben beschermd, geef steun aan mij, wanneer ik tegen de Romeinen de oorlog zal voorbereiden.’ Zijn zoon Hannibal, een jongen van negen jaar, had gehoord dat zijn vader tot de goden bood. Hij vroeg: ‘O vader, neem mij met je mee naar Spanje! Ik zal dapper vechten tegen de Romeinen, die ik haat zoals jij hen haat!’ Zijn vader lachte: ‘Later, wanneer jij de krijgskunst geleerd zult hebben, zal jij een zeer goede aanvoerder zijn en tegen de Romeinen grote overwinningen behalen.’ Hannibal: ‘Als jij mij met jou mee zal hebben genomen, zal ik van jou de krijgskunst leren. Wie zal mij beter onderwijzen dan jij?’ Hamilcar: ‘Goed. Ik zal je met me meenemen, als jij je woord van trouw zult hebben gegeven aan de goden van jouw vaderland.’ Uit zichzelf legde de jongen zijn rechterhand op het altaar, waarop zijn vader het offer had gebracht. Hij zwoer: ‘Zolang als ik zal leven, zal ik de goden van het vaderland vereren. Altijd zal ik een vijand van Rome zijn. Ik zal niet rusten, totdat Carthago op het land en op zee zal heersen. Dit zweer ik, Hannibal, de zoon van Hamilcar, bij de Punische goden, die mij met hun bliksem zullen treffen, als ik ooit de eed zal hebben gebroken.’