Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Examenboeken > 2014: Ovidius

Metamorphoses II, 153 - 170

Intussen vullen de gevleugelde Pyrois en Eous en Aethon,
de paarden van de Zon, en als vierde Phlegon de lucht(en) met (hun) vlammendragend
gehinnik en slaan met hun voeten tegen de sluitbalken.
Nadat Thetys, onwetend van de lotgevallen/het lot van haar kleinzoon, die (sluitbalken)
teruggeschoven had, en de toegang tot de onmetelijke hemel was opengemaakt,
stormden zij vooruit (over de weg) en door met hun voeten door de lucht te bewegen
doorklieven zij de de in de weg staande wolken en zich verheffend met hun vleugels
passeren zij de oostenwinden die vanuit dezelfde kant/streek opgekomen zijn.
Maar het gewicht was licht en niet zodanig dat zij het konden herkennen,
(zij) de paarden van de Zon, en het juk miste de gewone zwaarte;
en zoals de gebogen schepen zonder het juiste gewicht wankelen/onvast liggen
en wankel/onstabiel over de zee varen door de te grote lichtheid,
zo maakt de wagen sprongen in de lucht omdat hij zonder z'n gebruikelijke lading is
en springt hij hoog op en is gelijk aan een lege (wagen).
Zodra het (vierspan) dat heeft gemerkt, stormt het voort en verlaat de platgetreden
weg van/voor het vierspan en rent niet met de regelmaat waarmee het eerder (rende).
Hijzelf is bang en (weet) niet waarlangs hij de toevertrouwde teugels moet wenden
noch weet hij waarlangs de tocht gaat, noch, als hij dat wel wist, (de paarden) zijn wil op te leggen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18