Examenboeken > 2005: Mythe en Moraal
Metamophoses IV, 65 – 80
Hij was gespleten met een dunne scheur, die hij opgelopen had vroeger,toen hij gebouwd werd; de wand gemeenschappelijk aan elk van beide huizen;
deze fout/dit gebrek eeuwenlang door niemand opgemerkt
hebben jullie ( war merkt de liefde niet?) als eersten gezien, geliefden,
en gemaakt tot een doortocht voor de stem; en daardoor heen plachten veilig
jullie lieve woordjes met zeer zacht gefluister te gaan.
Dikwijls, wanneer ze waren gaan staan aan deze kant Thisbe, Pyramus aan de andere kant
en beurtelings de ademtocht van de mond was opgevangen,
zeiden ze: "Jaloerse muur, waarom sta jij geliefden in de weg?
Hoe weinig moeite zou het zijn, om toe te staan dat wij met ons hele lichaam verbonden worden,
of, als dat te veel (moeite) is, tenminste open te staan om kusjes te geven!
Maar wij zijn niet ondakbaar, wij bekennen dat wij het aan jou te danken hebben,
dat er een doortocht gegeven is aan de woorden naar de oren van de geliefde."
Nadat zij dergelijke woorden tevergeefs op verschillende plaatsen gesproken hadden
zeiden zij bij het vallen van de nacht: "Vaarwel", en gaven ze kusjes
elk aan hun eigen kant die de overkant niet bereikten.